Veelgehoorde vraag in de spreekkamer: ‘Moeten we er geen foto van maken?’ Meestal betreft het dan een rug, been, of ander lichaamsdeel waar iets mis mee is. Volstrekt logische vraag natuurlijk. Want met een ‘foto’ kun je door het lichaam heen kijken en dan zie je meteen wat er scheelt, toch?

De werkelijkheid is toch wat complexer. Er zijn om te beginnen heel veel verschillende soorten foto’s. De meest bekende is de röntgenfoto. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid röntgenstraling door het lichaam gestuurd en aan de andere kant opgevangen op een fotografische plaat. Zo ontstaat er een foto van het binnenste van het lichaam. Dit is vooral geschikt voor ‘harde’ lichaamsdelen als botten. Een moeilijkheid is dat je geen diepte kunt zien met deze foto’s en dus alle verschillende botjes over elkaar heen ziet. Daarom is de CT-scan uitgevonden. Met dit apparaat worden er van talloze richtingen foto’s gemaakt – de patiënt ligt een soort ‘ring’ – en zo kunnen niet alleen botten maar ook veel organen fraai en in samenhang gezien worden. Het apparaat snijdt als het ware ‘plakjes’ van het lichaam. Vergelijkbaar is de MRI-scan. Deze machine gebruikt geen röntgenstraling maar is een soort chique magnetron (zonder ontdooifunctie) en kan zo ook heel goed zenuwen en hersenen zien.

Tot slot is er nog de echo. Met een echoapparaat worden geluidsgolven het lichaam ingestuurd die vervolgens terugkaatsen uit het lichaam. Omdat alle inwendige structuren (vet, spieren, organen etc.) op een andere manier geluid weerkaatsen kun je daar een ‘plaatje’ van maken, net zoals een vleermuis sonar gebruikt om de omgeving te zien. In tegenstelling tot röntgenstralen is geluid niet schadelijk en dus ook zeer geschikt voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kind. Er is dus veel mogelijk en toch laten huisartsen niet van elk euvel een foto maken. Hoe komt dat? Een belangrijke reden daarvoor is dat foto’s, scans en echo’s vooral iets zeggen over de anatomie, ofwel hoe het lichaam gebouwd is. Maar bij de meeste klachten en aandoeningen is niet de anatomie verstoord, maar juist de functie van de organen of weefsels. Hoe iets werkt is nu eenmaal veel lastiger te fotograferen dan hoe iets gevormd is. Verder is een foto vaak ook niet nodig omdat aan de hand van het verhaal van de patiënt en het lichamelijk onderzoek al een diagnose te stellen is. Een ‘klinische blik’ samen met gezond verstand en (veel) kennis van ziekte en gezondheid staat dus nog altijd voorop bij de (huis)arts. En als het nodig is dan zijn foto’s, scans en echo’s een waardevol hulpmiddel.

‘De huisarts’ is een column van Floris van de Laar van huisartsenpraktijk Thermion.
Deze tekst is ook gepubliceerd in ‘Lentse Lucht’.

 

Ontwerp en realisatie door Byron reclamebureau